zondag 2 maart 2014

Vladiwostok

Vladiwostok
P.F. Thomése

Eerste druk: september 2007
Gebruikte druk: 1e 
Aantal bladzijden: 295
Uitgever: Contact, Amsterdam

Het boek is een psychologische roman vol met politieke twists. Het betreft een verhaal over Fons Nieuwenhuijs (spindoctor) en zijn vriend Hans  die in de politiek een goede positie wil bereiken. Beide mannen zijn een stel Macho’s, echte eikels, antihelden zou je ze kunnen noemen.
In de wereld van Fons en Hans komen ze vaak in de problemen. Een wereld vol met leugens overspel en gesprekken over seks en alles en nog wat.  Hans verpest zijn politieke loopbaan tijdens een talkshow maar Fons komt uiteindelijk wel stevig terecht.  Het boek gaat vooral over de wereld van klootzakken en macho’s die zich hoger en beter voelen dan de rest maar uiteindelijk ook mensen blijken te zijn.
De biografie van de schrijver is gevonden op de website van Thomése zelf.

http://www.thomese.nl/pages/thomese_biografie.php
P.F. Thomése [doetinchem | 1958]P.F. Thomése studeerde geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en werkte een tijdlang als redacteur en verslaggever bij het Eindhovens Dagblad. Tegenwoordig woont hij in Haarlem.
Hij debuteerde in 1990 met Zuidland, de bundel waarmee hij prompt de AKO Literatuurprijs won. Sindsdien schreef hij alom geprezen romans, verhalen, essays en novellen.
Zijn grote internationale doorbraak kwam met Schaduwkind (2003), dat in 20 landen werd uitgebracht. Schaduwkind (2003) stond wekenlang in de top-tienen, werd genomineerd voor de NS Publieksprijs en stond op de longlist van de Libris Prijs.
Hij baarde in 2007 opzien met zijn roman Vladiwostok! die genomineerd werd voor de AKO Literatuurprijs en de Gouden Uil. Zijn boek Nergensman. Autobiografieën was genomineerd voor De Gouden Uil Literatuurprijs 2009. In 2010 verscheen De weldoener dat overladen werd met lovende besprekingen, en in de zomer van 2011 Grillroom Jeruzalem.
Mening: Ik zelf vond het boek niet zo sterk. Een beetje langdradig en mijn smaak licht normaliter ergens anders, maar toch heb ik het boek gelezen op aanraden van de docent.



 docent.

vrijdag 28 februari 2014

De Aanslag

De Aanslag

Harry Mullisch
Bladzijdes:254
Jaar van Uitgave: 1999


Het verhaal word in vijf periodes verteld. Anton Steenwijk woont met zijn ouders en zijn broer Peter in Haarlem. Zij wonen tussen twee families in; de familie Beumer en de familie Korteweg en daarna het echtpaar Aarts, maar op een avond in Januari klinken er zes schoten. Voor het huis van de familie Korteweg ligt een dode NSB’er. Korteweg en zijn dochter leggen het lijk neer voor het huis van de familie Steenwijk. Broer Peter wilt het lijk bij de familie Beumer neerleggen maar het is al te laat. De Duitsers zijn gearriveerd en nemen vader moeder en Anton mee. Anton beland in een cel de volgende dag word hij naar Haarlem en vervolgens Amsterdam gebracht.

De tweede periode gaat over dat Anton medicijnen gaat studeren en op een feest hoort over de oorlog in Korea en de opkomst van het Communisme. Anton keert ook terug naar de plek van zijn ouderlijk huis waar hij een oorlogsmonument ziet met de namen van zijn ouders. Het laat hem ongemakkelijk voelen en vertrekt voorgoed uit Haarlem.

In de derde periode Studeert Anton af en raakt hij verzeild in een demonstratie tegen de inval van de Russen in Hongarije (1956)  Hij ziet daar Fake Ploeg, de zoon van de doodgeschoten NSB’er. Ze praten over waar de schuld laag  in de dood van Fake’s vader en de ouders van Anton. Fake verwijd dit compleet aan de Communisten.
De vierde periode Anton is getrouwd met de dochter van een ex-verzetsman. OP een begrafenis va neen bekend journalist ontmoet hij Cor Takes, de schuldige van de aanslag in Haarlem die hij samen met zijn vriendin Truus had gepleegd. Truus was dezelfde vrouw die Anton ondersteunde in de cel en hij merkt ook op dat Truus gelijkenissen vertoont van zijn vrouw. Hij is misschien daarom onbewust met haar getrouwd?
In de laatste periode hertrouwd Anton en heeft hij een zoon Peter. Zijn leven loopt op rolletjes. Hij heeft nog één keer een bezoek aan Haarlem gebracht en bloemen gelegd bij het grafmonument van Truus. Hij komt in Amsterdam terecht in een vredesdemonstratie waar hij Karin Korteweg ontmoet. Zij verteld hem waarom het lijk van de NSB’er ploeg bij Anton voor de deur lag. Korteweg had terraria op zolder vol met hagedissen. Hij was bang voor de Duitsers die de hagedissen wel eens dood konden maken en bij de familie Aarts waren joden ondergedoken daarom is het lijk voor de deur van de familie Steenwijk terecht gekomen. De vader van Karin heeft de rest van zijn leven gevreesd voor een wraakactie van Anton en heeft uiteindelijk zelfmoord gepleegd.





dinsdag 3 december 2013

Nescio novellenbundel

Het verslag beginnen wij met de zogeheten zakelijke gegevens:
            Auteur: Nescio (Jan Hendrik Frederik Grönloh)
            Titel: De uitvreter , titaantjes, dichtertje (bundel)
            Jaar van uitgifte: 1911, 1915, 1918 als bundel in 1933
            Aantal pagina’s: 160 pagina’s
            Uitgeverij: Nijgh en van Ditmar

Gegevens over de auteur

Overige informatie: een recensie bijvoorbeeld
Nescio werd geboren in Amsterdam in de Reguliersbreestraat als zoon van zijn gelijknamige vader die als winkelier en smid werkzaam was en zijn moeder Martha Maria van der Reijden. Hij probeerde zich te onderscheiden met de roepnaam “Frits’ en hij was het oudste kind in het gezin.
Het gezin Grönloh verhuisde naar Amsterdam-Oost waar Nescio na zijn lagere school periode drie jaar HBS heeft ging studeren. Hij had ook verschillende kantoorbaantjes en daar boekte hij ook veel succes mee, maar hij was niet gelukkig met zijn werk. Hij kon zich niet vinden in zijn werk.
Het rare was dat ondanks hij een zakenmand was toch een overtuigd lid was van de SDAP. Hij was dus een idealist ook al heeft hij toegegeven aan de plichten van de maatschappij.
Nescio en zijn idealistische trekjes zijn later in zijn werk nog terug te vinden, Hij trouwt in 1906 met Aagje Tiket en krijgt samen vier dochters. Nescio is nog meerdere malen verhuist maar nooit uit zijn geliefde Amsterdam weg gegaan.
Amsterdam kent een grote rol in zijn werken en maakte zich vaak druk over de veranderingen in zijn stad. Ook het platteland rondom Amsterdam en Nijmegen speelt een grote rol in zijn werk. Zijn beschrijvingen van het weer, de natuur en het landschap maken een belangrijk deel van zijn erfenis aan de literatuur.
Nescio is op 79-jarige leeftijd in ziekenhuis Zonnestraal (Hilversum) overleden en werd begraven op de Nieuwe Oosterbegraafplaats te Amsterdam. I1954 ontving hij de Marianne Philipsprijs , maar werd pas na zijn dood erkent als iemand die een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de Nederlandse Literatuur.


Een beschrijving van het plot in ca 200 woorden
De uitvreter
Het verhaal word verteld door koekebakker en de titel gaat over Japi. Japi heeft de nare eigenschap op de kosten van andere te leven en is daarom ‘de uitvreter’ koekebakker en zijn vrienden hebben allemaal idealen en besluiten niet toe te geven aan de maatschappij. Ze zweren werken af, maar uiteindelijk komt er allemaal niks van. Koekebakker blijft werken als Journalist. Bavink blijft schilder Japi is het persoon dat je sigaren oprookt en een paraplu leent en niet teruggeeft. Een echte profiteur is Japi.
Titaantjes
Koekebakker de hoofdpersoon blikt terug op de tijd dat hij en zijn vrienden idealen had en vertelt hoe het uiteindelijk is uitgelopen. Bavink schilderd een meesterwerk en scheurt het uit elkaar als hij zichzelf realiseert dat door dit schilderij hij veranderd is in een succesvol en rijk man terwijl hij dat nooit heeft willen worden, hij word gek en beland in een gesticht. De rest van de vrienden heeft zich overgegeven aan de plichten van de maatschappij. Aan het einde van het verhaal vergaat het koekebakker alleen maar goed. Hij word een succesvol journalist en kan zijn brood er aardig goed mee verdienen. Zijn idealen maken hem bijna niks meer uit. Titaantjes is het vervolg op de uitvreter alleen de’uitvreter’’ word niks naar verwezen.
Het boek gaat over dat ieder mens met moraal en zijn idealen uiteindelijk zich toch zal moeten aanpassen aan de maatschappij of hij dat nou wilt of niet. Het thema wat je ook terug vind in het boek ‘Kaas’ Van Willem Elschot als ‘zakenman’ Laarmans.

Dichtertje
'Een groot dichter worden en dan vallen.'
Dichtertje (Ee) wil een groot dichter worden maar is te braaf om zich los te trekken van wat de maatschappij van hem verwacht en helemaal voor izjn doel te gaan. UIteindlijk besluit hij zijn doel toch na te leven waarna hij uiteindelijk krankzinnig word en sterft
Het verhaal gaat over Ee (rare naam, maar is de meest voorkomende klinker in de Nederlandse taal. Misschien een hak op de poezie van die tijd?) Ons hoofdpersoon heeft constante gevoelens van verlangens, meisjes in de tram zijn zo beeldschoon en alles wat hij kan doen is alleen maar verlangen ‘zodat zijn hele leven één lang gedicht werd, wat ook vervelend wordt." Ee is getrouwd met Coba maar haar zus en hij zijn op elkaar verliefd. Dora, de zus van Coba hoopt ooit zo goed te kunnen schrijven als het dichtertje.
Dichtertje gaat later met Dora naar bed en hij wordt door zijn vrienden naakt en krankzinnig geworden aan in zijn huis. Zijn boek word een bestseller en uiteindelijk sterft Ee.


Welk personage is je opgevallen en waardoor? Beschrijf dit in ca 200 woorden.

Ee is mij het meest opgevallen omdat het mij doet denken aan de verlangens die iedereen bewust of onderbewust heeft. Het verlangen naar het ongrijpbare, het verlangen naar iets wat je jezelf niet toe dwingt. Ee wilt risico’s nemen maar durft het niet, als hij het uiteindelijk wel doet loopt het fout af. Dit zet je aan het denken of alles het wel waard is aan het einde?
Je kan jezelf heel goed vinden in het persoon van dichtertje omdat het zo menselijk beschreven word. Iedereen verlangt wel naar iets onbekends iets spannends. Toch is het soms misschien beter om het in de fantasiewereld van verlangens te bewaren en je leven met een nuchtere adem en je verstand te beleven wat men gelukkig kan maken. Ik kan het niet vaak genoeg zeggen dat de verbintenis die je kan hebben met de hoofdpersoon van dichtertje mij het meest is opgevallen.


Herschrijven einde
Ik heb het einde echter niet herschreven omdat ik vind dat alle drie de boeken perfect zijn geëindigd en ik niet de verhalen wil schaden door een slecht gefabriceerd einde zelf te bedenken.




zondag 2 juni 2013

Kaas


Voorwerk
De kaft van het boek ‘Kaas’ van Willem Elschot laat een kaasschaaf zien. Bij de eerste blik ziet men natuurlijk gelijk het verband tussen kaas en de kaaschaaf, ook kan achter de kaasschaaf een diepere (voor nu) nog onbekende betekenis hebben. Verder verraad de kaft helemaal niks over het verhaal en het geeft mij toch wel enigzins een mysterieus gevoel, waarom die kaasschaaf toch in hemelsnaam?

-          Waar gaat je boek over?
Het boek gaat over Frans Laarmans, een klerk bij de General marine and shipbuilding. Een baan die hij echter een beetje laag voor zijn doen vind, maar als zijn moeder komt te overlijden krijgt zijn leven een nieuwe wending. Laarmans wordt koopman, koopman van edammer kaas. Hij houd zich zo bezig met zijn nieuwe baan maar houd zich daarbij met elk aspect bezig behalve de verkoop van de kaas!

Vanaf het begin van het lezen had ik geen idee wat ik er van kon verwachten. Een boek over kaas doet mij helemaal niks, het klinkt ronduit vaag eerlijk gezegt. Maar na het lezen van de flaptekst verwachte ik wel veel van het boek met de hollands/vlaamse kaasstempel! Die verwachtingen kwamen uit, dit boek stelt je zeker niet teleur maar veelverklap ik niet verder dit kleine boekje van zo’n 114 pagina’s is kort en krachtig genoeg om zelf ontdekt te worden!
Het boek is via de mail bij mij terecht gekomen en de titel sprak mij gelijk aan als hollandse jongen zijnde!



Voordat ik het boek had gekocht via het internet had ik nog nooit van de schrijver gehoord en was eigenlijk wel benieuwd om ‘mijn schrijvers’ uit te breiden.
Elsschot werd in antwerpen 7 mei 1882 geboren als zoon van een bakkersgezin met de naam: Alphonsus Josephus de Ridder. Hij studeerde in antwerpen aan het atheneum. Hij maakte zijn studies echter niet af. Hij schreef poezie en 750 pagina’s proza, zijn bekendste werk is toch wel echt ‘Kaas’
De Ridder had tussen het jaar 1946 en 1951 een relatie met een dichteres genaamt Liane Bruylants en naar het schijn nog met een andere vrouw, dit al terwijl hij getrouwd was. Willem Elsschot overleed op 78-jarige leeftijd waarschijnljik aan een hartinfarct .
Als ik met de schrijver een gesprek zou hebben zou ik hem gevraagd hebben waar hij in godsnaam op het verhaal is gekomen, het is toch een vrij ingewikkeld verhaal met een thema (kaas) waar je niet één twee drie op kan komen?


Zodra bekend werd gemaakt dat het vierde verslag eraan moest komen heb ik het boek op internet besteld.

Het boek roept verschillende emoties bij je op, eerst krijgt men een gevoel van medelijden vooral waneer zijn moeder komt te overlijden even later begin je (in mijn geval dan) Laarmans enigzins irritant en egoistisch te vindne.
Het hele boek heet me constant in een greep van spanning gehouden alleen waren de eerste hoofdstukjes wat saai omdat men natuurlijk een schets moet krijgen hoe alles in elkaar zat. Toen dat stuk eenmaal voorbij was was het een en al vermaak en een tornado van gevoelens.

Het mooiste deel van het boek vond ik hoe het persoon veranderd in het verhaal en uiteindelijk weer bij zijn oude bescheiden IK terug komt. Het doet een beetje een wijze les eigelijk, je kan je gedragen hoe je wilt maar je bent en blijft wie je bent, houd je daar dan ook aan. Het taalgebruik verder is heel simpel en strak, volledig goed te begrijpen allemaal ook leuk zijn al de ‘kaasverwijzingen’ die in een van de eerste pagina’s neergezet worden netjes in een rijtje onder elkaar.

Het boek is zeker aan te raden en het werd mij zelf ook aangeraden door mijn nederland docente mevr. Windgassen! Het boek doet alleen maar spanning aan en je bent er zo doorheen jammergenoeg! Het boek was snel voorbij en dat was wel jammer want ik had behoefte aan meer, maarja wat moet je anders met maar 114 pagina’s!

zondag 10 maart 2013

Weblogopdracht: Een vertaald Werk


                   Weblogopdracht 3
Inleiding
Het was weer eens tijd voor een nieuw boek om te lezen! Mijn vriendin komt toevallig uit Kroatië dus waarom zou ik niet een boek van een Kroatische schrijver/schrijfster kiezen? Ik heb nagevraagd of mijn vriendin misschien vertaald werk thuis had liggen, maar natuurlijk niet waarom zou je het hebben als je de taal spreekt?
 Ik ben toen op internet wat rond gaan zoeken en was al een hele tijd bekent met de mythe van ‘Baba Jaga dit boek leek mij dus een interessante keuze om te kijken hoe de schrijfster hiermee omgaat.

Het boek verteld het verhaal over de schrijfster zelf: Dubravka Ugrešić.  Ze gaat in 4 fases door het verhaal heen. In het eerste deel word er beschreven hoe lief oude vrouwtjes er op het eerste gezicht eruitzien en zijn , maar als je om je heen kijkt zijn ze overal! En dit blijkt een negatieve opmerking te zijn. Het tweede gaat over de wat ouder wordende moeder van de schrijfster  die haar naar haar geboortestad stuurt om de tegenwoordige omgeving met camera vast te leggen.
 Het derde deel betrekt een verhaal over drie oude vrouwen in een Tsjechisch kuuroord die meer met de mythe van baba Jaga gemeen te hebben dan gedacht. En tot slot het vierde deel waarin de oude mythe in verder verband wordt gelegd met de moderne tijd!


Thema
Verandering, met de jaren heen staat grotendeels centraal in het verhaal net als de mythe van Baba Jaga dat eigenlijkeen groter thema is. Hier een citaat over de verandering van de moeder van Ugresic:  (voorheen in de tekst werden er wijsheden verteld zoals reinheid is je halve gezondheid maar om het korter te maken begin ik hierbij)
‘Ze sprak uit cliches op een aparte, gewichtige manier uit. Ik denk dat ze daardoor het gevoel kreeg dat alles in orde was, dat alles in de wereld op zijn gewonde plek stond, dat ze alles onder controle had en nog zelf beslissingen kon nemen.’ (pag. 25) Bij dit tekst gedeelte praat de schrijfster over hoe haar moeder is veranderd. Vóór deze citaat werden de fysieke veranderingen vooral verteld en dit stukje gaat over het veranderende vocabulaire dat ouder worden met zich mee brengt.
De ene keer staat ze de sprookjesheld in de weg, de andere keer is ze een gulle geefster, meetal is zij een boze feeks, een enkele maal juist een lief en aardig vrouwtje. De meest interpretatoren geven Baba Jaga een plaats in de mythologische, wijdvertakte familie van oude, lelijke vrouwen die bepaalde vermogens bezitten – een type dat in de mythologie van bijna alles volkeren op deze wereld voorkomt.’ (pag. 263) Op dit punt word de herkomst en plaats van baba Jaga beschreven, deze citaat laat zien hoe zij meestal word weergeven en in de rest van de tekst word meer een verband gelegd met de moderne tijd.’


Belangrijkste personage en taalgebruik
Het belangrijkste personage is toch wel de schrijfster. Haar gedrag is volledig te begrijpen en ze komt zeer menselijk over, Het geeft je diepgang in het denken en doen tegenover anderen. En ik betrap me zelf ook op medeleven, vooral in het begin van het boek waarin ze de tragische verandering van haar moeder naar een oudere vrouw beschrijft. Dit deel ontroerde mij. De schrijfster word vooral vanuit het denken beschreven, haar uiterlijk komt niet geheel goed naar voren. De manier van omgaan met situaties over veranderende mensen vind ik mooi weergegeven. Ik denk vrijwel het zelfde ook al durf ik mijzelf niet te vergelijken met een literair genie zoals Ugresic. Misschien zou ik  wel vrienden met haar kunnen zijn, het lijkt mij een persoon waar ik veel van zou kunnen leren gezien haar levensverhaal in haar thuisland en met wat voor geleerdheid zij het verhaal naar voren brengt.

‘Beba werd inwendig plotseling boos op Kukla, en vervolgens ook op Pupa. Hoe had dat mens het toch voor elkaar gekregen hen hierheen mee te slepen en dan met al die narigheid te laten zitten? Waarom was ze er uitgerekend hier tussenuit geknepen zodat zij nu met zon hoop problemen opgescheept zaten?’ (pag.200)
Het taalgebruik is zeker niet moeilijk maar toch volwassen genoeg om het te volgen. Het gebruik van moeilijke woorden kan je er bijna niet in vinden, natuurlijk is het boek niet aan te raden aan een kind van acht omdat die zowel het verhaal als sommige woorden niet begrijpt. Het is een zeer duidelijk geschreven verhaal dat je soms even in jezelf laat nadenken, met gedurende het hele verhaal sterke duidelijke tekst. Een emotioneel verhaal.
Het boek zoals eerder verteld trekt je soms mee naar droevige momenten. Het veranderen van de moeder van de schrijfster deed mij ook echt wat, het is namelijk een persoonlijk stukje tekst. Het zette mij aan het denken hoe de tijd alles doet veranderen maar het mooie ook is dat het boek ons ook beweegt en steeds verder laat verbazen, elke kant die het plot maar neemt. Van Zagreb naar Tsjechië je word overal naar toe gesleept en het blijft je boeien. Je wilt namelijk weten hoe het verder loopt en wat de schrijfster nu weer doet met de situatie en het verband met Baba Jaga in de hedendaagse cultuur weet te leggen.

Leer
Wat ik uit het boek haal is dat alles met maar genoeg fantasie gelinkt kan worden aan iets anders. Al het goed uitziende kan van binnen slecht zijn en alles heeft twee kanten. (elk negatieve heeft zijn positieve en elk positieve zo zijn negatieve)
Het eerste boek wat ik heb gelezen heeft totaal geen enige connectie met ‘Baba Jaga legde een ei’. Helemaal niks komt overeen en het verschil is groots en op te merken. Het tweede boek “De donkere kamer van Damocles” Heeft echter wel een verband. Het gaat over een personage dat helemaal tegen de wereld gericht is en in zijn eigen leven en verhaal van alles meemaakt en hoe diegene er mee omgaat en hoe er over dingen nagedacht wordt. (ook hebben ze beide veel diepgang en word er in detail van alles beschreven) Toch heb ik in mijn boekverslag vooral beroep gedaan op het ‘eerste deel’ van het verhaal omdat die mij het meest aangreep en op mijn gevoel werkte.

Tot slot nog twee open vragen: ‘Hoe ga jijzelf om met het veranderen in uiterlijk en doen en laten van mensen?’

‘Wat vind je er van dat al het goede het kwaad kan bezitten, zoals oude lieve vrouwtjes eigenlijk boze heksen kunnen zijn?






donderdag 31 januari 2013

Renaissance

Renaissance (1300-1600)




In de Renaissance (wat de wedergeboorte betekent) Waren gelegenheidsgedichten belangrijk omdat dichters een belangrijke openbare functie hadden in de maatschappij.
Ook had het een aantal kenmerken:
  • Grote invloed van de klassieke grieks-romeinse cultuur, mythologische verhalen werden bijvoorbeeld afgebeeld.
  • De kunstenaars signeerde hun werken nu in tegenstelling tot de middeleeuwen.
·         Het wereldlijke komt tot uiting in de kunst, thema’s zoals alledaagse gebeurtenissen.
·         Schilders probeerde te experimenteren met materialen en verschillende perspectieven.



Dichters werden vaak gevraagd om bij gebeurtenissen zoals een huwelijk, begrafenissen of tijden van oorlog te schrijven.
Gedichten voor gelegenheden dus.
De dichters lazen deze gedichten hard op voor de mensen die hiernaar wilden luisteren. De dichters ontvingen hiervoor een kleine beloning. Dichters schreven niet uit ‘ het har’ maar voor de maatschappelijke idealen van de samenleving. De moed die soldaten in oorlog toonden,  hoe wijs en slim de stadsbestuurders waren en hoe de jeugd altijd leergierig en goed was.
Ze vertelden niet hoe het leven er werkelijk uitzag, maar hoe het beter zou kunnen zijn zoals het gedicht hier.
KINDER-LYCK.
Constantijnt je, ’t zaligh kijntje
Cherubijnt je, van om hoogh,
D’ydelheden, hier beneden,
Vitlacht met een lodderoogh.
Moeder, zeit hy, waarom schreit ghy?
Waarom greit ghy, op mijn lijck?
Boven leef ick, boven zweef ick,
Engeltje van ’t hemelrijck:
En ick blinck’ er, en ick drincker
’t Geen de schincker alles goets
Schenckt de zielen, die daar krielen,
Dertel van veel overvloets.
Leer dan reizen met gepeizen
Naar pallaizen, uit het slick
Dezer werrelt, die zoo dwerrelt.
Eeuwigh gaat voor oogenblick.



De dichters  wil vertelden hoe een slechte gebeurtenis als de dood, toch heel mooi kan zijn, en dat je tevreden moet zijn met hoe ze in de hemel leven. Het Lyck in kinderlyck hangt samen met het woord lijk wat duid op het overlijden van het kind, maar je kunt het ook zien als kinderlijk omdat het kindje het naar zijn zin heeft en dat het leven in de hemel helemaal niet zo bedroevend is.




De tekst van bredero zit vrijwel onder de negatieviteit als men het vergelijkt met de tekst van Vondel.  Alles word een beetje slecht afgeschilderd. Vondel daarentegen beschrijft Amsterdam in pracht en praal. Het enige struikelblok bij het lezen van de tekst is dat het in het middel-nederlands geschreven is dus af en toe enige moeite bij het begrijpen. De tekst van Bredero is wat meer realistischer dan het idealistische Amsterdam van Vondel en daarom waarschijnlijk meer op zijn plaats.

Vonder word echter ‘’de grootste schrijver’’ van zijn tijdperk genoemd omdat hij de gebeurtenissen bekritiseerde en becommentarieerde wat ongewoon was in die tijd.
Hij had natuurlijk ook zijn eigen stijl en flair en kreeg ook reputatie als de prins der dichters.

 Iedereen had veel lof voor hem. Vondel had echter geldproblemen omdat zijn kousenhandel failliet ging. Daardoor werd hij afhankelijk van een baantje die hij kreeg bij de Amsterdamse Bank van Leningen. Daar mocht hij vaak werken aan zijn gedichten en dus verdiende dit niet heel goed. Zodoende kreeg hij geld problemen.

Bij het gedicht Het Stockske wordt een hele nare gebeurtenis beschreven. Er wordt een stok afgebroken, en dus laat hij zien dat het op pijnlijke wijze gebeurd. Hij spreekt het stokte aan als een persoon, want als je dit bij een mens zou doen, dat het ook zo zou verlopen. Hij heeft er een boodschap in gedaan om te zeggen dat het in het leven zo verloopt en dat je op moet passen met wat je doet. De stokjes waar hij het over heeft zie je terug in schriften en papier.

  
De renaissance is begonnen in 1500, net na de middeleeuwen en eindigde in 1700. De renaissance betekent letterlijk wedergeboorte wat verwijst naar de herontdekking van de klassieken. Wat in deze tijd nieuw is, is dat de mens centaal staat.  De mens is namelijk het ideale wezen en kan door nadenken en empirisch onderzoek meer te weten komen. In de middeleeuwen was dit niet zo, en stond het Katholieke geloof meer centraal.



In de Renaissance waren de mensen heel net gekleed en praatten ze in het middel- Nederlands. Nieuw in de renaissance waren de sonnetten en het Emblemata. Een sonnet is een 14-regelig gedicht.

Petrarca is begonnen met het schrijven van de sonnetten, later gingen andere mensen het ook schrijven. Daardoor is er een stroming ontstaan, genaamd: Het Petrarkisme. Een sonnet van Petrarca ging altijd over onbereikbare liefdes. Het ging vaak over zijn liefde Laura, maar Laura was getrouwd. Daarom gaan de meeste sonnetten over de onbereikbare liefde.




Ook waren er in de tijd van de renaissance Emblemata(emblematiek). De emblematiek is begonnen in Italië. Een Emblema is een plaatje met een verhaaltje erbij. Het is de voorloper van het stripverhaal. Het plaatje hoorde dus bij het verhaal wat eronder werd beschreven.  (kan geen goed plaatje vinden)


‘’De nachtwacht’’ een klassiek voorbeeld van de rennaissance waar de mens centraal stond. Een periode van rijkdom waar men portretten van zichzelf konden veroorloven.




Het boek dat ik heb gekozen is het boek genaamd Assasin’s creed.. Het verhaal is vrijwel exact het zelfde als het spel assasins creed 2 (wat ik ook in mijn bezit heb)

De hoofdpersoon Ezio is 17 jaar wanneer hij de executie van zijn broer en vader ziet. Deze actie geeft hem een groot wraakgevoel maar tijdens zijn avontuur om dit gevoel te kunnen laten rusten komt hij erachter dat zijn vader behoorde tot de orde van de Assassin's (huumoordenaars) die proberen te voorkomen, dat de orde van de Tempeliers de macht zouden krijgen. Hij komt in aanraking met historische figuren als Leonardo da Vinci.  De kennis van de historische personen die hij tegenkomt steunen hem in zijn overleven. Zijn wraakgevoel wend zich tot de wens leider te worden van de orde der Assasin’s en ontpopt hij voor zijn tegenstanders als een boze droom.
Achterin is een lijst met Italiaanse en Renaissancsistische woorden te vinden die dan wel niks met Amsterdam te maken heeft maar een goed beeld weergeeft van die periode..Het verhaal is zoals in het spel maar weet me meer te vinden met de manier zoals dit in het spel gebeurd. De echte hardcore gamers van Assasin’s creed zullen dit boek misschien wel wat meer lof geven..


donderdag 3 januari 2013

De Donkere Kamer van Damokles

Mijn blog stond al een tijdje op het web en ben vergeten de link te sturen. Al een hele tijd heb ik problemen gehad met de kleur van de tekst en de foto's maar nu staat alles erop zoals het hoort!



De Donkere Kamer van Damokles




Willem Frederik Hermans

Op 1 september  1921 werd Willem Frederik Hermans geboren in Amsterdam. Hermans studeerde van 1933 tot 1940 aan het Barleusgymnasium. Tussendoor werd hij twee jaar voor zijn afstuderen een lid van de letterkundige vereniging DVS en wint de eerste prijs in een opstellenwedstrijd.


Hij gaat sociografie studeren en in datzelfde jaar plegen zijn zus en zijn neef zelfmoord wat terug te vinden in zijn boek ‘’ik heb altijd gelijk’’. Een jaar na het afstuderen gaat hij over op een studie fysische geografie, hij doet kandidaatsexamen en schrijft in die tijd ook gedichten en verhalen. Even later verschijnt dan ook zijn eerste roman genaamd: ‘Conserve’.


Van 1946 tot 1948 is hij redacteur bij de uitgever Criterium en 2 jaar later legt hij een doctoraal examen af en stapt in het huwelijksbootje. In 1952 wordt er een proces tegen hem gevoerd vanwege het boek ‘’ik heb altijd gelijk’’ omdat het kwetsend zou zijn voor de Rooms-Katholieke bevolking maar hiervan wordt hij vrijgesprokem



Drie Jaar later gaat hij werken als fysisch geograaf, onder andere in Scandinavië. Dan wordt zijn zoon Rupert geboren. En nog eens drie jaar daarna wordt hij benoemd tot lector fysische geografie aan de Groningse Universiteit.

In 1963 wordt zijn roman "De donkere kamer van Damocles" verfilmd onder de titel "Als twee druppels water" en drie jaar later krijgt hij de Vijverbergprijs voor zijn roman "Nooit meer slapen".  In 1973 neemt Hermans ontslag als lector en vestigt zich als schrijver in Parijs. Vanuit Parijs verzorgt hij drie jaar lang onder het pseudoniem Age Bijkaart een wekelijkse rubriek in het Parool, gebundeld onder de titel "Boze brieven van Bijkaart".

In 1977 wordt hij bekroond voor zijn oeuvre met de grote prijs der Nederlandse letterkunde, die aan hem wordt uitgereikt door de Belgische koning in Brussel.


In 1986 kwam hij ook in opspraak omdat de expositie  van foto’s van zijn hand te zien waren in het stedelijk museum en word een jaar later als ongewenst persoon in Amsterdam verklaard omdat hij lak had aan de culturele boycot tegen Afrika. \

In 1990 Wordt Hermans benoemd tot eredoctor in de letterkunde en drie jaar later mag hij zich weer in Amsterdam vertonen, waar hij het boekenweekgeschenk ‘’ In de mist van het schimmenrijk’’ presenteerde. 



Het Boek
Moeilijkheden in het ouderlijk huis en eigen onvolgroeid uiterlijk zijn de oorzaken dat Osewoudt, de hoofdpersoon, van zijn omgeving geïsoleerd raakt. Hij trouwt met zijn lelijke nicht Ria en lijkt een leven zonder afwisseling tegemoet te gaan als sigarenwinkelier.
De oorlog brengt echter de spanning die hij zich gedroomd had. Een luitenant van het leger, Dorbeck, die sprekend op Osewoudt lijkt, betrekt hem bij zijn activiteiten in het verzet. Osewoudt ontwikkelt voor hem foto's en pleegt in zijn opdracht een aanslag in Haarlem. Dorbeck verdwijnt echter spoedig van het toneel: waarschijnlijk komt hij om wanneer een vliegtuig neerstort op zijn huis in Amsterdam.
Een aantal jaren later neemt Dorbeck echter opnieuw contact op met Osewoudt. Hij krijgt opdracht om Elly, een Engelse agente, verder te helpen en de gevaarlijke Lagendaal te vermoorden. Erg veel geluk heeft hij niet: Elly verdwijnt spoorloos, zijn helpster in de zaak-Lagendaal, ‘Hé jij’, wordt gearresteerd en ook hijzelf wordt spoedig door de Duitsers gezocht. Ondanks het feit dat hij vermomd is, weten ze hem te vinden. Hij wordt ondervraagd, maar uit de vragen en getuigenverklaringen wordt het hem duidelijk, dat de Duitsers Dorbeck en niet hem zoeken. Door enkele illegalen wordt Osewoudt uit het ziekenhuis waar ze hem naar toe gebracht hebben bevrijd. Nog dezelfde nacht wordt hij weer opgepakt en met hem een groepje illegalen bij wie hij ondergedoken zat; onder hen zijn joodse vriendin Marianne.
Deze keer duurt zijn gevangenschap langer. Het is Obersturmführer Ebernuss die hem vrijlaat, wanneer deze zelf wil deserteren. Hij heeft ervoor gezorgd dat

Marianne niet naar Duitsland werd getransporteerd en in ruil daarvoor moet Osewoudt hem in contact brengen met de illegalen. Voor Ebernuss loopt het echter slecht af, want in opdracht van Dorbeck vergiftigt Osewoudt hem.
Dorbeck geeft Osewoudt een onderduikadres, maar deze reist naar het bevrijde Zuiden en meldt zich bij de Nederlandse Strijdkrachten.
Daar wacht hem een warme ontvangst: hij wordt gevangen genomen en beschuldigd van verraad. Door aperte leugens en verdraaiingen van de waarheid krijgt Osewoudt de schuld van de arrestatie van Elly en ‘Hé jij’. Zowel voor de Engelse inlichtingendienst als voor de Nederlandse justitie is Osewoudt een spion van de Gestapo die met behulp van foto's in illegale organisaties is binnengedrongen en zo honderden slachtoffers heeft gemaakt. Bewijzen kunnen niet tegen hem worden aangebracht, maar Osewoudt slaagt er van zijn kant niet in zijn onschuld te bewijzen. Het beroep op Dorbeck is vergeefs, want Dorbeck is en blijft onvindbaar; alle betrouwbare getuigen zijn dood en andere bewijsstukken verdwenen. Tenslotte wordt Osewoudt op een laffe manier neergeschoten wanneer hij in uiterste wanhoop naar buiten rent.



Thema

Het boek bevat velen thema’s zoals: De oorlog, bewijzen van onschuld, het op jezelf aangewezen zijn en de greep op de realiteit kwijt raken.
Wat er bij het thema oorlog speelt is wel duidelijk, het verzet en het schuilen voor de onderdrukkers.
Het achterhalen van de waarheid en het zoeken naar  bewijs voor iemands onschuld is iets wat de hele tijd speelt zowel door Ossewoud als de politie.
Motieven voor het op jezelf aangewezen zijn het alleen zijn en je op jezelf iets moet bereiken. De personages in het boek raken soms de greep op de realiteit kwijt, het leven gaat te snel en schiet voor bij hen. Henri wil vooral dat het allemaal rustiger verloopt maar de tijd stopt niet met tikken en het ongeluk blijft hem overkomen.

Titelverklaring
Damokles is in een griekse legende een dienaar van DIonsysus die hem met vleiende woorden bespeelde over hoe iedereen wel niet jaloers om hem was.
Als gift kreeg hij al de rijkdommen van Dionsysus maar ook een zwaard van paardenhaar boven zijn hoofd wat stond voor het constante gevaar die aan macht en rijkdom kleeft.
Damokles staat in dit boek voor het gevaar dat speelt zodra er een gelukkig moment is gekomen en de donkere kamer staat voor de ontwikkelingskamer van de foto die moet bewijzen of dorbeck daadwerkelijk bestaat.
De keuze van de titel is een zeer creatieve manier om de titel en het thema met elkaar te verbinden.

Karakters

Het hoofdpersonage is Henri Osewoudt, zoon van een sigarenwinkelier gelegen in Voorschoten. Zijn vader werd vermoord door zijn moeder en moest daardoor bij zijn oom Bart wonen waar hij verder opgevoed werd. Hij is niet een erg sociaal persoon op school  en is getrouwd met  zij nicht Ria, de dochter van zijn oom Bart. Henri doet aan judo en heeft hierdoor vergroeide voetenontwikkeld. Hij is afgekeurd voor militaire dienst en heet een te hoge stem ook is hij samen met zijn vrouw niet moeders mooiste. Henri ervaart gebeurtenissen op zijn eigen manier en de opdrachten van Dorbeck voert hij gelijk uit (Dorbeck is vermoedelijk een hersenspinsel van Osewoudt wat  hetzelfde geld voor Jagtman) Ria is de vrouw van Henri is ontzettend lelijk en nog ook eens zijn nicht. Marianne is een joodse studente op wie Henri verliefd is en dit is wederzijds. Moorlag is een student die bij Osewoudt in huis sliep. Met de meeste zijpersonages kan Osewoudt het wel vinden met uitzondering van zijn oom Bart en Ria omdat Ria hem had verraden.

Motto en Lofrede

'Ik kan hem zoeken als hij er niet is, maar hem niet ophangen als hij er niet is.

Men zou kunnen willen zeggen: ''Dan moet hij er toch ook zijn als ik hem zoek.''

-Dan moet hij er ook zijn als ik hem niet vind, en ook als hij helemaal niet bestaat.'

Het past goed bij het boek en daarom is het zo goed geschreven. Het is wel een hersenkraker als je er zo naar kijkt!

Beoordeling

Ik vond dit een goed boek met veel diepgang en spanning bijvoorbeeld tijdens de verzetsacties. Het leven van Osewoudt zat hem maar niet mee wat mij een beetje ontroerde, het trieste dat hij zelf de de vernieling in zijn eigen leven erkende. Het boek laat je af en toe diep nadenken en gissen zoals de momenten waarop je realiseert of Dorbeck wel of niet bestaat.
Nadat hij werd opgepakt kreeg je even een golf realiteit over je heen omdat zijn acties daarvoor ook een andere zijde kent. Osewoudt is misschien een gek en het is niet duidelijk waarom hij zich zo gedraagt. He einde is ook open waarop je het zelf een beetje kan invullen hoe het precies gelopen is.
Ikzelf betwijfel of de acties van Osewoudt echt gebeurd is omdat ik hem zie als een persoon die in zijn eigen ideale realiteit leeft. Hij is een mislukkeling die in zijn fantasie een eigen ideale wereld heeft gecreëerd met hem als hoofdpersoon en ‘’supermens’’ net als in een film.

Het taalgebruik was goed te volgen en dat heeft zo zijn voordelen. Moeilijk taalgebruik kan iets misschien mooier en creatiever beschrijven maar heeft ook de narigheid om men uit het verhaal te rukken. De titel keuze was ook goed bedacht en het betuigt van grote intelligentie als men de titel zou nauw kan laten  aansluiten bij het thema in het boek.
Een top boek van de Nederlandse literatuur en waarschijnlijk het beste boek over de tweede wereldoorlog.





Foto van de invasie op Normandië. Dit doet gelijk aan de oorlogstijd denken waar het verhaal zich in afspeelt


File:Dark room.jpg

Foto van een donkere kamer waar de hoofdpersoon zijn foto's ontwikkeld.

Deze afbeelding laat een schaduw zien waar de man bang voor is. Een soort van tweede persoonlijkheid die de hoofdpersoon mogelijk heeft.


Een afbeelding van een gulden waar in het boek mee betaald werd.


De sigaren hebben het verband dat Osewoudt in een sigarenwinkel werkte.
Het schrijven van brieven tussen de hoofdpersoon en Marianne hebben hier het verband.
 Dubbelganger, de mogelijke tweede persoonlijkheid.

 Een oude camera. Osewoudt maakt het gehele boek foto's die hij ontwikkeld in de donkere kamer.
File:Damocles-WestallPC20080120-8842A.jpg Het zwaard van damokles waar de titel een connectie mee heeft zoals verteld.

Osewoudt draait op voor wat Dorbeck de ''landverrader'' heeft gedaan (Dorbeck de mogelijke tweede persoonlijkheid)